woensdag 30 maart 2016

De digitale leiders van morgen



Samenvatting: In het artikel “Moving Students from Digital Citizenship to Digital Leadership” (2015) van Terry Heick wordt de overgang van digitale burgers naar digitale leiders kort beschreven. Het eerste wat ik me afvroeg toen ik de titel las, was het volgende: Hoe verschillen digitale burgers en digitale leiders van elkaar en hoe verbind je dit met een klascontext? Kort samengevat: digitaal burgerschap verwijst naar respectvol en verantwoordelijk gedrag in de digitale wereld. Digitale leiders zijn daarentegen digital citizens die een maatschappelijke of sociale verandering teweegbrengen. De volgende vraag wordt in deze blog onder de loep genomen: Hoe kunnen leerlingen zich als digitale leiders profileren?

Leerlingen als nieuwe burgers

Iedereen kan als digitale burger worden gezien, omdat we haast dagelijks in contact komen met het internet, sociale media,… Net zoals in de offline-wereld gelden er bepaalde waarden in de digitale wereld. Terry Heick gaf enkele jaren geleden de volgende beschrijving van het digitaal burgerschap in The Definition Of Digital Citizenship” (2013): “[T]he self-monitored habits that sustain and improve the digital communities you enjoy or depend on.” Volgens Terry Heick is deze term onontbeerlijk in het onderwijs aangezien studenten meer en meer digitaal met elkaar interageren. Kortom, onze klassen worden dus al enige tijd door digitale burgers bevolkt. Om deze reden zouden leerkrachten onder meer moeten wijzen op het privacybeleid, het kunnen identificeren van spams en onveilige websites, het vermijden van cyberpesten, het respecteren van andermans visie op het internet, … In Digital Citizenschip in Schools (2007) stelt Mark Ribble dat leraars een bepaalde structuur moeten aanbrengen om het digitaal gedrag van leerlingen in de juiste richting te sturen (2007, 9). Zijn boodschap is duidelijk:

It’s not an understatement to say that the digital world has changed how we behave and function as citizens of the “real world” […] As educators, we must prepare students to live in a world without physical boundaries […] “Citizenship” in this sense takes on a new meaning beyond our normal understanding of geographical nations, states and communities. Indeed, this new citizenship is global in nature (Ribble 2007, 12).


Volgens Terry Heick gaat het niet alleen om bewustwording van de digitale wereld en de normen en waarden die hierin gelden, maar moet er ook sprake zijn van een overgang naar digital leadership. Waarin ligt nu het verschil tussen een digitale burger en een digitale leider?



Aan de overkant van het eigen ik

De bovenstaande afbeelding van Sylvia Duckworth zet de verschillen tussen digitale burgers en leiders op een rijtje. Een digitale leider is eigenlijk een geëngageerde burger die bepaalde zaken aankaart en zo door zijn of haar digitaal gedrag een verandering uitlokt. Dit klinkt allemaal vrij abstract en in “Moving Students from Digital Citizenship to Digital Leadership” (2015) worden geen concrete voorbeelden van zulke leiders gegeven. Er wordt wel vermeld dat empathie bepalend is voor de overgang van een burger naar leiderfiguur. Dit houdt in dat digitale leiders over de grenzen van het eigen ik kijken en zich inzetten voor anderen in de digitale wereld. Anders gezegd: het digitaal gedrag beperkt zich niet alleen tot het surfen voor eigen plezier of kennisdrang, maar komt de digitale gemeenschap ten goede. Dit klinkt allemaal erg mooi, maar hoe kan deze visie over digitale leiders aan de onderwijspraktijk worden gelinkt?


Omdat ik op mijn honger bleef zitten over de concrete betekenis van digitale leiders richtte ik me voor mogelijke antwoorden naar de websites van George Couros en Jennifer Casa-Todd. Couros schreef het volgende in “Digital Leadership Defined” (2013): Just being “citizens” online is the average; kids already exist online.  We should be pushing for much more than this.”  Dit “much more” gaat over het aangrijpen van digitale mogelijkheden om een stem te creëren voor anderen. Enkele voorbeelden van digitale leiders:


1.      De Amerikaanse tiener Jeremiah Anthony startte in 2011 een twitteraccount “westhighbros”. Dit twitteraccount geeft complimenten aan mensen die men in de bloemetjes wil zetten. Jeremiah kan door zijn account een groot verschil maken in het online-leven van anderen. Zijn gedrag als digitale burger wordt als tegenvoeter van cyberpesten gezien en heeft sinds de opstart een grote reikwijdte gekregen.


2.      De Schotse Martha Payne kreeg internationale aandacht door haar blog “NeverSeconds”. Op deze blog post Marthe dagelijks een foto van de lunch die op haar school wordt voorgeschoteld. Ze geeft elke maaltijd een punt op een “food-o-meter” en beschrijft iedere maaltijd uitvoerig (van de prijs die ze moet betalen tot het aantal haren dat ze aantreft in haar maaltijd). Er verschenen artikels over haar in The Guardian en kok Jami Oliver betuigde op zijn twitteraccount zijn steun aan haar blog. Martha’s school probeerde aanvankelijk haar blogberichten te censureren, maar door haar digitale stem is er nu meer aandacht voor gezondere maaltijden.  

Andere voorbeelden van digitale leiders worden door Jennifer Casa-Todd in haar blogbericht “Moving from Digital Citizenship to Leadership” (2015) vermeld. Haar volgende vraag over digitale leiders is inspirerend: “Yes, these students are perhaps the exception, rather than the norm right now, but how do we help kids see the potential of social media as a way to develop more positive digital identities and do good in the world?” (Casa-Todd 2015). Mark Anderson toont dat de school een grote steun kan bieden voor het creëren van digitale leiders. Hij spreekt in zijn artikel “Digital Leader Academy“ (2016) namelijk over verschillende leidergroepen of “student digital leader groups” die door scholen worden georganiseerd en een platform bieden voor de uitwisseling van ideeën. Anderson probeert overigens om met de oprichting van een “Digital Leader Aacedemy” leerlingen uit verschillende scholen te verzamelen, zodat zij een voorbeeld kunnen zijn voor anderen en zodat zij als digitale leiders succesverhalen kunnen boeken. 


Schipperen tussen menselijk en digitaal contact

Als leerkrachte tracht ik na te gaan welke meningen er in me schuilen als ik naar de groeiende rol van technologie in het onderwijs en in de maatschappij kijk. Ik zal de toenemende rol van de digitale wereld in het onderwijs wellicht niet bejubelen door een aantal twijfels. Als taallerares vraag ik me namelijk af of een grotere digitale input niet tot een mogelijke taalachterstand zou kunnen leiden. Bovendien kan het zijn dat een toevloed aan technologie in het leerproces een onevenwicht tussen de leerlingen in de hand werkt. Hierbij denk ik aan de leerlingen die thuis geen gebruik kunnen maken van een computer. Ik vrees stiekem voor een wereld waarin jongeren het saai vinden om in de natuur te ravotten, omdat ze druk in de weer zijn met één van hun digitale accounts. Kortom, ik wil graag een evenwicht behouden tussen menselijk en digitaal contact. Verhalen over Jeremiah en Martha (lees: de digitale leiders) intrigeren me echter en zorgen voor een positieve kijk op de mogelijkheden van de digitale wereld.  Het is immers interessant om zelf als leerkracht iets te leren van deze leerlingen. Nu ik op de hoogte ben van het “digital citizenship” zal ik voornamelijk de volgende vraag voor ogen houden wanneer ik het klaslokaal na de paasvakantie zal betreden: Zitten er in mijn klas digitale leiders van morgen?

Bronvermelding

Casa-Todd, J. (2015). Endless Possibilities: Reflections and Resources, a Learning

Journey. “Moving from Digital Citizenship to Leadership”. http://jcasatodd.com/?p=390. Geraadpleegd op 29 maart 2016.

Couros, G. (2013). The Principal of Change: Stories of Learning and Leading. “Digital

Leadership Defined”. http://georgecouros.ca/blog/archives/3584. Geraadpleegd op 30 maart 2016.

Heick, T. (2013). „The Definition of Digital Citizenship”.


Heick, T. (2015). “Moving Students From Digital Citizenship To Digital Leadership”.


Payne, M. NeverSeconds: One primary school pupil's daily dose of school dinners.

http://neverseconds.blogspot.be/ Geraadpleegd op 29 maart 2016.

Ribble, M. (2007). Digital Citizenship in Schools. USA: ISTE.

TeachThoughtStaff (2016). “9 Rules for Digital Citizenship”.






2 opmerkingen:

  1. Dag Rosanne,

    Interessant artikel dat je geschreven hebt!

    Reeds voor ik aan het einde van je artikel beland was, stelde ik mezelf dezelfde vraag: Wil ik de toenemende digitale rol in het onderwijs wel bejubelen?. Zeker in functie van de talen (Nederlands en Duits) die ik geef. Mijn conclusie was dezelfde als jou: Verhalen over digitale leider intrigeren me en zorgen voor een positieve kijk op de mogelijkheden van de digitale wereld. Digitale leiders intrigeren niet alleen mij, maar ook de leerlingen. Ik maakte laatst gebruik van een artikel van Alice Elliott. Zij is 17 jaar oud (een laatstejaarsstudente) en ‘zou momenteel wel eens goed op weg kunnen zijn om de nieuwe Vlaamse Tavi Gevinson te worden: jong, getalenteerd en ondernemend’. Zij schrijft over alles wat haar inspireert. Het artikel dat in mijn les aan bod kwam, was het artikel ‘Acht jaar Frans, et alors?’. In dit artikel beschrijft zij hoe je als leerling de eindtermen van Frans haalt en je toch na acht jaar Frans niet kan spreken met een Waal over het weer. Ikzelf was onder de indruk van het artikel, aangezien ik dat gevoel ook had na het secundair onderwijs, maar mijn leerlingen waren nog tienduizend keer meer onder de indruk. Niet alleen omdat ze de mening van Alice deelden, maar ook omdat een leeftijdsgenote van hen zo een teksten kan schrijven. Ze lazen de tekst met plezier door, er werd over gediscussieerd, ze maakten de oefening, … Doel bereikt: ook de leerlingen in mijn klas denken na over wat ze met technologie kunnen doen (naast het enkel communiceren via Facebook). Ik hoop dat ik met deze tekst ten eerste leerlingen warm gemaakt heb om nog zo’n teksten te lezen (kan zeker niet slecht zijn om nieuwe woordenschat op te pikken) en daarnaast hoop ik dat er misschien inderdaad enkele digitale leiders in mijn klassen verstopt zitten.

    Ik ben net als jou een enorme voorstander van ravotten in de tuin. Niet dat ik het zelf de hele tijd zou doen, maar, als voormalig leidster van een jeugdbeweging, heb ik niet liever dat jongeren hun GSM op de zijkant leggen en hun digitale wereld even verlaten om gewoon te bewegen. Het moet toch mogelijk zijn om buiten (niet in een klaslokaal) ook iets bij te brengen. Zo stootte ik op het concept ‘Dirty Teaching’. De naam zelf is heel tof gevonden. Het is een handleiding voor beginners dat gaat over leren, maar dan outdoor. Het is creatief omgaan met de inhoud van de les dat een positieve invloed heeft op de inzet van de leerlingen. In het kader van een onderzoek op mijn stageschool ben ik momenteel ook zo’n spel aan het uitwerken. Ik sta er nog niet heel ver mee, maar hoop iets uit te werken dat voor elk vak gebruikt kan worden. Zo kunnen de leerkrachten van alle vakken dit hanteren zonder enorm veel aan te passen.

    Met deze reactie wou ik aantonen dat ook ik mijn vragen heb bij de technologische vooruitgang in het onderwijs. Alleszins kan ik wel zeggen dat ik mijn klasdeur meer en meer op een grotere kier zet, niet enkel om de technologie op te nemen in mijn lessen, maar ook om de leerlingen een kans te geven af en toe eens buiten te gaan.

    BeantwoordenVerwijderen