Technologie op school niet nuttig? Zorg voor betere
technologie
18 september 2015 04:59 - De Tijd
18 september 2015 04:59 - De Tijd
Samenvatting
Uit de
onderzoeksresultaten van een OESO-rapport van september 2015 is gebleken dat er
een zwak tot negatief verband bestaat tussen de schoolresultaten voor lezen,
wiskunde en wetenschappen en het computergebruik op school. Experten hebben hiervoor
allerlei verklaringen, de belangrijkste en meest logische verklaring is dat
technologie nog steeds gezien wordt als doel en te weinig als middel. Het gebeurt
te vaak dat technologie zijn intrede doet in een school omwille van de
inovatie, wat op zich niet slecht is maar leraren dienen daarbovenop ook hun
lesmethode aan te passen. Onderzoek aan
de vakgroep Onderwijskunde van Ugent toont inderdaad aan dat het louter inzetten
van technologie in de klas niet automatisch leidt tot vernieuwde werkvormen in
de klas. Tijdens een aantal workshops met leerkrachten die eerder al
gebruik gemaakt hadden van tablets in hun klas werd gepeild naar hun ervaringen
en verwachtingen. Deze leraren hadden een duidelijk visie over wat technologie
voor hen moet bijbrengen. De technologie moet:
- een combinatie zijn van theoretisch gedeelte en praktische oefeningen,
- een gedifferentieerd leertraject bevatten (toegankelijk voor elke leerling),
- en de interactie tussen leerkracht en leerling moet ondersteund en zelfs versterkt worden.
Uit een screening van 338 educatieve apps blijkt dat het merendeel niet voldoet aan de noden van de Vlaalse leerkrachten en hun leerlingen. Zo bevat slechts 20% van de apps een mix van zowel theorie als oefeningen, laat 78% geen flexibel traject toe dat aangepast is aan het niveau van de leerling en speelt binnen het Vlaamse aanbod slecht 14% in op de nood aan interactie in de klas. Uit deze resulaten blijkt dat Vlaanderen kampt met een ‘educatieve app-gap’ en momenteel geen passend aanbod te bieden heeft . We kunnen stellen dat de apps inhoudelijk vaak niet stroken met de specifieke vereisten van het Vlaamse curriculum, ze worden zelden in het Nederlands aangeboden, er zijn vaak geen gebruiksrichtlijnen en de leerogelijkheden voor de leerlingen zijn onduidelijk. De app is vaak niet meer dan een letterlijke, digitale kopie van het papieren tekstboek.
Toch kunnen we ICT niet meer wegdenken uit onze leefwereld, we moeten ook in het onderwijs de veranderende maatschappij volgen. Kinderen leren van jongs af aan omgaan met computers, tablets en smartpones daarom is het belangrijk dat we meer inzetten op het bijscholen van leraren en nieuwe kwaliteitsvolle digitale applicaties ontwikkelen. Deze dienen inhoudelijk aangepast te zijn aan het Vlaamse onderwijscurriculum en tegemoet te komen aan de vraag van leraren, leerlingen en scholen.
- een combinatie zijn van theoretisch gedeelte en praktische oefeningen,
- een gedifferentieerd leertraject bevatten (toegankelijk voor elke leerling),
- en de interactie tussen leerkracht en leerling moet ondersteund en zelfs versterkt worden.
Uit een screening van 338 educatieve apps blijkt dat het merendeel niet voldoet aan de noden van de Vlaalse leerkrachten en hun leerlingen. Zo bevat slechts 20% van de apps een mix van zowel theorie als oefeningen, laat 78% geen flexibel traject toe dat aangepast is aan het niveau van de leerling en speelt binnen het Vlaamse aanbod slecht 14% in op de nood aan interactie in de klas. Uit deze resulaten blijkt dat Vlaanderen kampt met een ‘educatieve app-gap’ en momenteel geen passend aanbod te bieden heeft . We kunnen stellen dat de apps inhoudelijk vaak niet stroken met de specifieke vereisten van het Vlaamse curriculum, ze worden zelden in het Nederlands aangeboden, er zijn vaak geen gebruiksrichtlijnen en de leerogelijkheden voor de leerlingen zijn onduidelijk. De app is vaak niet meer dan een letterlijke, digitale kopie van het papieren tekstboek.
Toch kunnen we ICT niet meer wegdenken uit onze leefwereld, we moeten ook in het onderwijs de veranderende maatschappij volgen. Kinderen leren van jongs af aan omgaan met computers, tablets en smartpones daarom is het belangrijk dat we meer inzetten op het bijscholen van leraren en nieuwe kwaliteitsvolle digitale applicaties ontwikkelen. Deze dienen inhoudelijk aangepast te zijn aan het Vlaamse onderwijscurriculum en tegemoet te komen aan de vraag van leraren, leerlingen en scholen.
Reflectie
In het
artikel ‘Technologie op school niet nuttig? Zorg voor betere technologie’ werd
enkel de link gelegd tussen schoolresultaten en ICT. Bij de inzet van ICT kan
je buiten schoolresulaten nog verschillende andere doeleinden beogen... zo kan
het onderwijs bijvoorbeeld efficienter verlopen door gebruik te maken van
technologie (minder papier, leukere leeromgeving, lagere werklast voor
leerkrachten (toesten op tablets), digitaliseren leerlingvolgsysteem (Magister)...).
Het is uiteraard wel belangrijk dat ICT steeds een meerwaarde is voor je les. Daarom
zal je goed en grondig moeten nadenken over de manier waarop tablets en de apps
gebruikt kunnen worden in het onderwijs. Het
TPACK-model van de Amerikaanse auteurs Mishra en Koehler kan daarbij behulpzaam
zijn. TPACK staat voor de integratie van techniek (Technology), didaktiek
(Pedagogy) en vakkennis (Content Knowledge). Bij een analyse van nieuwe
apparatuur of toepassingen in het onderwijs volgens het TPACK-model wordt
nagegaan in hoeverre de technologische kenmerken daarvan overeenkomen met
didactische principes die door de docent of de school worden nagestreefd en met
de kenmerken van de leerinhoud van het vakdomein. Alleen bij voldoende overlap
op de drie dimensies lijkt de implementatie van een nieuwe technologie of
programma succesvol te kunnen worden.
Referenties
Artikel
Andere artikels
Engelstalig artikel + nieuwsfragment
Geen opmerkingen:
Een reactie posten